Leesautobiografie


Van kleins af aan ben ik dol op verhalen. Elke avond, voor het inslapen, werd er een verhaaltje voorgelezen door mijn papa, mijn mama of één van mijn grootouders. Eerst waren het de avonturen van Nijntje, Dick Bruna's schattig konijntje. Later kwamen de themaverhalen uit de 'Tiny'-reeks aan de beurt afgewisseld met sprookjes van de gebroeders Grimm. Ik was zo geboeid door al deze verhalen dat ik de tekst ervan haast helemaal uit het hoofd kende en de voorgelezen zinnen vaak zelf afmaakte. Mijn opa durfde soms ook wel eens woorden te veranderen of woorden uit de tekst weg te laten, wat ik geweldig vond, want dan kon ik hem, heel fier, op foutjes wijzen. Ik had ook nog tal van luister-Cd's die ik, zelfs nu nog, als ik de slaap niet kan vatten, in mijn radiospeler steek en met veel plezier beluister tot ik uiteindelijk in dromenland belandt.
In het eerste leerjaar leerde ik dan eindelijk zelf lezen. Ik had er zo naar uitgekeken en toch liep het niet zo vlot. Meteen vond ik lezen niet meer zo leuk en liet ik de boekjes en de verhalen liever in de boekenkast staan. Juist omdat ik het niet goed kon, was voor mij het lezen op dat ogenblik eerder "dwangarbeid" ondanks alle mogelijke pogingen van mijn ouders om het aantrekkelijk, aangenaam, leuk en boeiend te maken. Zo kochten ze, voor op vakantie, boekjes uit de reeks 'De Regenboogelfjes' van Daisy Meadows waaruit ik elke dag een hoofdstuk "mocht", maar voor mij was het eerder "moest", voorlezen.
In het derde leerjaar, toen ik stilaan te oud geworden was voor deze boekjes, ontdekte ik de strips van F.C. De Kampioenen. En voor het eerst ondervond ik echt plezier bij het lezen.
In het middelbaar maakte ik voor het eerst kennis met de "echte" literatuur, of beter gezegd met de "opgelegde" literatuur. De inhoud van de boeken uit de schoolselectie had vaak iets te maken met het verlies en met de dood en kon me daarom aanvankelijk weinig inspireren, laat staan boeien. Ik miste de vrolijkheid maar vooral de goede afloop. En toch moet ik toegeven dat sommige boeken, zoals o.a. 'Wild Vlees', 'Gebroken Soep', 'De Jongen in de Gestreepte Pyjama' me, achteraf gezien, hebben geraakt en tot reflectie hebben bewogen. Het waren stuk voor stuk sterke, realistische, zeg maar menselijke en vaak confronterende verhalen. Het soort verhalen die ik weliswaar nooit spontaan zou gaan lezen, maar waarvan ik toch blij ben dat ik er mij heb doorgeworsteld.
Eigenlijk gaat mijn voorkeur uit naar boeken die mijn fantasie prikkelen; boeken die mij doen dromen. Zo kwam ik terecht bij de 'Wings'-reeks van Aprilynne Pike, 'The Chemical Garden Trilogy' van Lauren Destefano, de 'Halo'-reeks van Alexandra Adornetto en de 'Lunar Chronicle' van Marissa Meyer. Ik verwacht van een boek dat het mij meesleurt en mij niet meer loslaat tot de allerlaatste bladzijde. Het ideale boek voor mij, is een frisse cocktail van avontuur, fantasie en romantiek. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten